Nogal wat artsen beschouwen neurologie als een moeilijk vak. Dat is maar half waar. Toegegeven, de anatomie van het centrale en perifere zenuwstelsel is complex. Daardoor is het soms ingewikkeld om diverse neurologische uitvalsverschijnselen te herleiden tot één enkele laesie. Het is een kunst die door oefening moet worden verkregen en in stand gehouden. Dat kan dan ook het beste aan neurologen worden overgelaten.Maar de lokalisatieleer is niet meer dan een onderdeel van de neurologie. Een belangrijk ander deel, zo niet het belangrijkste, bestaatuit het herkennen van verhalen van patiënten over hun lichamelijkeklachten, door aandoeningen van het zenuwstelsel. Deze verhalen zijn steeds verschillend, maar regelmatig komen zij toch op kernpunten met elkaar overeen. Anders gezegd, in de klachten zijn verschillende patronen te herkennen.Dit boek is een verzameling van zulke min of meer karakteristieke verhalen,behorend bij veel voorkomende neurologische aandoeningen. Het begint steeds met een elementair probleem: moeite met praten, lopen, onthouden, overeind blijven, wakker blijven, enzovoort. Aan de hand van vragen wordt de lezer meegenomen naar een steeds volledigerbeeld van de klachten, totdat het patroon zich heeft afgetekend. Soms zijn dan nog wat meer gegevens nodig, uit het neurologisch onderzoek maar het anatomieboek is er nauwelijks bij nodig en soms uit een enkel technisch onderzoek. En steeds ligt het antwoord beslotenin de anamnese.Bij het schrijven van de hoofdstukken hebben de auteurs en redacteuren de doelgroep, huisartsen en studenten, steeds nauwlettend in het oog gehouden.