Is niet elke psychotherapeutische interventie oplossingsgericht? Vanzelfsprekend. Maar het gaat vaker mis dan de therapeut wil weten. Dat heeft nogal eens te maken met de aandacht die geschonken wordt aan de beperking en/of het probleem. En daar zou het juist niet om moeten gaan. De vraag die ertoe doet is wat de cliënt wérkelijk wil. Hulp kan alleen maar effectief zijn als duwtje in de rug voor zelfhulp. Een cliënt moet zijn leven zelf (weer) op de rit willen krijgen. Hij hoeft niet perse 'positief' te denken; in die zin is de rol van de therapeut evenmin normatief. Een alcoholist bijvoorbeeld kan kiezen voor alcoholvrije dagen en zelfs voor een alcoholvrij leven, maar ook voor het genot van een glas bier op een bepaald moment (inclusief het risico van een terugval). Reële beperkingen in acht genomen kan iedereen zo ver komen als hij zelf wil. Dat bewustzijn vormt de basis van de therapeutische relatie én van het veelvuldige succes van de oplossingsgerichte aanpak. De duur van de behandeling is nogal eens omgekeerd evenredig aan het effect; vandaar dat ook wel gesproken wordt van de kórte oplossingsgerichte therapie. Isebaert en de zijnen staan in de traditie van Milton Erickson, Steve de Shazer en Insoo Kim Berg; het specifieke karakter volgt uit het zogenaamde Brugse model, waarvan drie van de vijf (co)auteurs de grondleggers zijn. In dit boek worden de theorie en de technieken verduidelijkt op een aanschouwelijke en praktijkgerelateerde manier, met veel levensechte casuïstiek. Psychotherapeuten en specialisten treffen in deze handleiding volop efficiënte toepassingsmogelijkheden, die zowel bij lichte als ernstige stoornissen succesvol kunnen worden toegepast.