Het stellen van een diagnose volgt een patroon dat precies het tegendeel is van de medische opleiding. Voor het gemak van de didactiek wordt een 'papieren' patiënt in het onderwijs immers meestal direct gekoppeld aan een aandoening, zodat het onderwijs zich kan beperken tot pathogenese of therapeutische interventiemogelijkheden. Maar de praktijk is natuurlijk 180 graden gedraaid. Voor de (jonge) dokter zit een patiënt met klachten en de vraag is primair wat hij/zij mankeert. Het probleemgeöriënteerd leren denken is daarom volstrekt noodzakelijk. Het medisch curriculum vereist zo'n insteek ook al vele jaren. Maar het merkwaardige is dat er nog nauwelijks probleemgeoriënteerde literatuur voor handen is. Dit boek wil een basis bieden voor het aanleren en aanscherpen van het probleemgeoriënteerd denken in de kindergeneeskunde. Aan de hand van 43 casus wordt de lezer 'gedwongen' zich het klinische redeneren eigen te maken. Het boek opent met een inleidend hoofdstuk Klinisch denken, kunst of kunde? van prof. dr. H.S.A. Heymans. Het boek is heel verhelderend voor medische studenten, arts-assistenten en (thematisch opgeleide) artsen.