In het laatste decennium van de vorige eeuw heeft de ouderenpsychiatrie zich in Nederland ontwikkeld tot een belangrijk aandachtsgebied binnen de algemene psychiatrie. Dat heeft deels te maken met demografische kengetallen: zowel absoluut als relatief is er sprake van een toename van het aantal ouderen in de bevolking. Belangrijker is echter het toegenomen besef dat de gevolgen van veroudering van invloed zijn op het ontstaan, de aard, de uitingsvorm en de behandeling van psychiatrische stoornissen. Ten gevolge van klinische ervaring en empirie is de kennis van ouderenpsychiatrie duidelijk toegenomen. Dit boek geeft een overzicht van de huidige stand van zaken in het vakgebied. Aan de orde komen de diagnostiek, de (al of niet farmacologische) behandeling en het beloop van psychiatrische stoornissen bij ouderen. Natuurlijk wordt daarbij ook aandacht besteed aan de theoretische achtergrond van verouderingsprocessen en aan de eisen die mogen worden gesteld aan een samenhangend hulpaanbod bij ouderenproblematiek. Meewerkende auteurs: A.T.F. Beekman, A.C. Declerck, P. Eikelenboom, T.J. Heeren, G.J. Hendriks, P.A.F. Jansen, J.F.M. de Jonghe, M.G. Kat, N.C. van der Laan, H. Olthuis, M.L. Stek, F.R.J. Verhey en I.J.C. Weijnen. 'Een aanwinst voor alle medewerkers in de ouderenpsychiatrie en aanpalende werkgebieden.' (Maandblad Geestelijke volksgezondheid, juni 2002)