Na het overlijden van haar man besluit Petra Possel het roer drastisch om te gooien: ze verhuist naar een voormalig walvisvaardersdorp aan het Friese IJsselmeer. Met veel zelfspot beschrijft ze haar eerste schreden op het platteland.
Een stadse dame van middelbare leeftijd, een ‘weduwvrouw’, die in haar eentje naar een dorp met tweehonderd inwoners trekt is niet alledaags, maar als er ook nog een nieuwe man over de vloer komt, houden zelfs de kleine dorpsjongetjes het niet stil. Openheid is de beste verdediging, ontdekt Possel al snel en zo ontwapent ze de Zwaluwman, de Sokkenvrouw en de rest van de ‘mienskip’.