Nederland in de zeventiende eeuw is volstrekt anders dan nu. En toch gebeurt er van alles in die eeuw dat wij herkennen als modern of van actuele betekenis: in Nederland, in Amsterdam en op wereldschaal. Jongeren ontwikkelen een eigen jeugdcultuur. Duitse en Scandinavische migranten doen veel van het zware werk; zwarte Afrikanen worden als slaaf aan het werk gezet in Amerika. Aandelenhandel en speculeren worden werk en hobby. Politieke vluchtelingen zoeken in de Republiek een veilig thuis. Vrouwen en mannen lezen en schrijven.Een nieuw, zelfbewust land laat de tyrannieke Spaanse vorst achter zich. Calvinistische kooplieden nemen de belangrijke beslissingen. Met vallen en opstaan komt er een samenleving tot stand die relatief vrij is en zorgt voor een sociaal vangnet. In die welvarende samenleving - waar vele geloven en geloofsrichtingen naast elkaar leven - bloeien uitgeverij, wetenschap en kunsten. Schepen transporteren goederen, mensen en informatie op enorme schaal over de hele wereld. Amsterdam is het knooppunt voor alles. Steden en polders worden ingericht als overzichtelijke openbare tuinen, onderling verbonden door trekschuiten die volgens de dienstregeling varen.Dit boek vertelt over de zeventiende eeuw als een proeftuin voor het heden; een periode waarin de verkenning van de wereld overgaat in een wereldeconomie en waarin de uitwisseling van nieuws en cultuur in een hogere versnelling komt.