Op jonge leeftijd werd Karel V (1500-1558) koning van Spanje, heer der Nederlanden en keizer van het Duitse Rijk. Ondanks zijn minderwaardigheidsgevoelens en zwakke gezondheid slaagde hij er in om zijn uitgestrekte rijk van hertogdommen, bisdommen, graafschappen, markizaten en vrije steden nog verder uit te breiden met gebiedsdelen in Oost-Azië en Amerika.Als heerser over een rijk waar de zon nooit onderging trok Karel van oorlog naar oorlog. Karels rijk bleek echter te groot voor één vorst, zeker voor iemand die altijd met één been in de middeleeuwen zou blijven staan. Zijn pogingen om de zich snel uitbreidende hervormingsbeweging in de kiem te smoren mislukten; de eigengereide Nederlanders voelden zich niet aangesproken door het autoritaire regime van de Katholieke Kerk. Ondertussen wist hij van de Nederlanden wel een bestuurlijke eenheid te maken.Aan de hand van de levens van Karels belangrijkste mede- en tegenstanders creëert Gerben Hellinga in deze zeer rijk geïllustreerde uitgave een helder beeld van het tot de verbeelding sprekende tijdperk, waarin de middeleeuwen overgingen in de renaissance. Krijgsheren, vorsten en pausen passeren de revue, maar ook Karels uitgebreide familie, zijn aartsvijand Frans I, de Turkse sultan Suleyman de Grote, Maarten Luther, Karel van Gelre, Hendrik VIII en de zeerover Barbarossa.