Preliminaire beschouwingen voor een filosofie van de liefde
In onze tijd worden de menselijke geest, het bewustzijn en het Ik geïdentificeerd met het brein. De filosoof Roland van Vliet beschrijft in een cultuurkritische analyse de drievoudige reductie van de mens in de geschiedenis van het menselijke denken; hoe de intuïtieve geest, de ziel en zelfs in het digitale tijdperk het lichaam (dat is zerotomie) door de 'moniterisering van het bewustzijn' uit het mensbeeld geschrapt zijn of dreigen te worden.
Daarom beschrijft Roland van Vliet de noodzaak om de mens terug te winnen en komt hij in een bewustzijns-fenomenologisch onderzoek tot drie brandpunten van identiteitsbepaling of tot het geheel nieuwe concept van drie Ikken die de menselijke vrijheid kunnen constitueren. In het middelpunt staat het Filosofische Ik, verbonden met de zelfreflectie om onvrije motieven van het handelen te onderkennen en vrije motieven te ontwerpen. In deze activiteit kan het Filosofische Ik geïnspireerd worden door het Pneumatische Ik, dat zowel een Dieper Zelf als een Hoger Zelf omvat. Dat vrije ontwerp van motieven, waarden en idealen kan verwerkelijkt worden in het Empirische Ik of de persoonlijkheid. Het laatste is veel meer dan het ego; het is het domein van zelfontplooiing of van de schepping van zichzelf. In het werken met leiders noemt Roland van Vliet het Filosofische Ik de levenskunstenaar; het Pneumatische Ik de inspiratie en het Empirische Ik het kunstwerk.
De tragiek van onze tijd is dat de vrijheid van het Filosofische Ik door twee krachten wordt aangevallen. In de eerste kracht wordt het Pneumatische Ik geloochend en het Filosofische Ik geassimileerd door het Empirische Ik (het Ik is het product van het verleden en de genen); dit is materialistisch determinisme. De tweede kracht is een geestelijk dualisme, waarbij het Empirische Ik teruggebracht is tot louter het ego. Het Filosofische Ik identificeert zich met het Pneumatische Ik (dat kan ook de Godheid zijn) en wordt zonder enige kritische reflectie onwerkzaam. Dit is het spiritualistisch determinisme. Alleen door het idee van het drievoudige Ik, waarbij het Filosofische Ik zijn waarden stelt; deze contemplatief verdiepen kan in relatie tot het Pneumatische Ik en deze tot handeling voeren kan in het Empirische Ik, heeft de filosoof Roland van Vliet de menselijke vrijheid willen redden.
In zijn uitvoerige en ook praktische beschrijving van de ongedeelde aandacht is het mogelijk dat het Filosofische Ik in vrijheid de eenheid van het Pneumatische Ik kan beleven en door de ongedeelde wil in het Empirische Ik tot de handeling van de levenskunst of de liefde kan brengen.