Newtons wetten, Einsteins relativiteitstheorie, Schrödingers kat, de Ampère of Mendelejevs periodieke systeem van elementen... Bijna iedereen kan natuurwetenschappelijke wetten, theorieën, of eenheden noemen die naar mannen zijn vernoemd. Maar die naar vrouwen?
Toch waren ze er al eeuwen: vrouwen die zich verdiepten in de natuurwetenschappen. Emilie du Châtelet vertaalde het werk van Newton in het Frans. Caroline Herschel ontdekte kometen. Henrietta Leavitt ontwikkelde de methode waarmee Hubble de uitdijing van het heelal kon afleiden. June Almeida Hart maakte als eerste de structuur zichtbaar van een verkoudheidsvirus dat de naam corona kreeg.
In de rubriek Ongekend in NRC haalde Margriet van der Heijden de afgelopen jaren zulke vrouwen voor het voetlicht. Dit boek is een bundeling van deze biografische schetsen, aangevuld met niet eerder gepubliceerde portretten en een essay over vrouwen en natuurwetenschappen in verleden en toekomst.