Op een markt in het zuiden van India herkent Jonathan het liedje dat een beo met de naam Garuda kweelt. Hij koopt de praatvogel en besluit om zijn eigenares op te sporen: April, een jonge Indiase die hij twintig jaar geleden ontmoette. Jon is het extreme karakter van April niet vergeten, noch haar fascinatie voor Kali, de godin van de tijd en de dood, en haar afkeer voor elke vorm van angst. April is op haar beurt op zoek naar bewijsmateriaal tegen de moordenaar van haar ouders. Een gevaarlijke zoektocht, maar uiteraard kan ze nu rekenen op de hulp van haar jeugdvriend