In de Oudheid zelf en gedurende een groot deel van de Middeleeuwen bleef Aristoteles' tractaatje 'Over poëzie' een curieuze tekst, die weinig gelezen werd en waar men maar slecht mee omging. Op een gegeven moment lijkt zelfs het tweede deel, dat over de Griekse komedie ging, ervan afgescheurd en weggegooid. Maar sinds de eerste Latijnse vertalingen in de 13e eeuw, en vooral sinds de Renaissance en de meer dan honderd edities die er in de 16e eeuw van gedrukt werden, is 'Over poëzie' het werk van Aristoteles geworden dat bij uitstek stand heeft gehouden, dat in het middelpunt van vele esthetische discussies gestaan heeft en dat nog steeds op vele manieren aanspreekt en prikkelt. 'Over poëzie' is een van de weinige teksten die verplichte lectuur zijn voor mensen van beschaving en ontwikkeling. Het werkje wordt meestal beschouwd als de verwoording van Aristoteles' gedachten over esthetica, dat wil zeggen over de bedoeling, de betekenis, en het omgaan met kunst, en dat is terecht, maar niet het hele verhaal. In 'Over poëzie' bespreekt Aristoteles met grotere ernst dan wie ook de uitermate invloedrijke opvatting dat kunst mimesis, uitbeelding, is, en hij illustreert die opvatting vooral aan de Atheense tragedie, waarvan hij verder ook een gedetailleerde analyse geeft en in feite ook een historisch document opstelt dat veel over de geschiedenis en de praktijk van de tragedie vertelt dat ons anders zou ontgaan. Maar eigenlijk had Aristoteles in 'Over poëzie' een wijdere blik en probeerde hij, onder de druk van Plato, die de dichters en kunstenaars in het algemeen, eigenlijk geen plaats in zijn gedroomde staat wilde geven, te laten zien wat het belang van kunst in de samenleving zou kunnen zijn. Het voornaamste argument daarbij is het mensbeeld van Aristoteles, dat heel anders dan dat van Plato, realistisch was en een uitermate scherp en toegeeflijk oog had voor de vele emoties en levenshoudingen die in de individuele mens verenigd zijn en erom vragen gekend en ook een beetje geleefd te worden. 'Over poëzie' geeft ook een inzicht in de vormen van de menselijke ziel. Dit boek bevat een verantwoorde en sprankelende vertaling van 'Over poëzie' en uitgebreide aantekeningen die behulpzaam zijn bij het ophelderen van de technische details van de tekst. In het nawoord reconstrueert de auteur de discussie van Aristoteles met Plato en de esthetische en psychologische achtergrond van het werkje, aan de hand van een uitvoerige uitleg van dat ene opmerkelijke en alles samenballende zinnetje, waarin Aristoteles verzekert dat een tragedie eigenlijk probeert door toedoen van vrees en medeleven een katharsis van dat soort emoties te bewerkstelligen.