Door de uitbreidende globalisering van banken, beleggingsondernemingen en andere financiële instellingen en het toenemende grensoverschrijdende karakter van transacties en relaties tussen partijen, is het regelmatig onduidelijk welk rechtsstelsel van toepassing is op een zich voordoend juridisch probleem. Met name in tijden van stress op de financiële markten - zoals tijdens de recente kredietcrisis - is duidelijkheid over dergelijke vraagstukken cruciaal. Om die reden is een eenduidig stelsel van internationaal privaatrecht ('IPR') van groot belang.
Na de inwerkingtreding van de Wet conflictenrecht goederenrecht in 2008, is nu Boek 10 Burgerlijk Wetboek in aantocht. Boek 10 dient het gehele Nederlandse IPR te codificeren. Ook uit Europa is de afgelopen jaren veel regelgeving ten aanzien van IPR voortgekomen. In deze bundel met 10 artikelen wordt stilgestaan bij onderwerpen zoals het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, het conflictenrecht omtrent corporaties en vraagstukken omtrent aansprakelijkheid en goederenrecht in het IPR. Ook komt aan bod of een 'European Bank Company Law' tot de mogelijkheden behoort en wat de gevolgen zijn van de staatkundige hervormingen op de Nederlandse Antillen voor het financiële toezicht.
De vraag welk rechtstelsel van toepassing is en de veelheid aan besproken onderwerpen binnen de financiële sector, maakt deze bundel onmisbaar voor iedere jurist die in een internationale wereld opereert.
Financiële sector en internationaal privaatrecht bevat bijdragen van experts werkzaam in de (financiële) praktijk en in de wetenschap: mr. S.M. Altena, mr. dr. A.J. Berends, mr. B. Bierman, mr. S. van Dongen, mr. K. Frielink, mr. I. van Gasteren, mr. R.B. van Hees, prof. mr. W.A.K. Rank, mr. S.J. Schaafsma, mr. drs. J.H.M. Spanjaard, prof. mr. H.L.E. Verhagen, prof. dr. B. Wessels.