In zijn lezingen in het raam van de ANV-leerstoel De Nederlanden in de wereld plaatst Wiep van Bunge de bijdrage van de filosofie aan de bloei van de zeventiende-eeuwse Nederlandse Republiek voor het voetlicht. De spilfiguur van zijn verhaal is Benedictus Spinoza. Van Bunge toont met verve aan hoe deze filosoof van wereldformaat in twee richtingen innig verbonden is met zijn land. Spinoza is geen eenzame, onbegrepen filosoof die zijn tijd vooruit was. Integendeel. Zijn denken is ingebed in en mogelijk gemaakt door de toenmalige Nederlandse culturele en maatschappelijke context. Op zijn beurt formuleert Spinoza in zijn politieke filosofie oplossingen voor problemen van de jonge republiek.
Verbonden met deze thematiek is de tekst van Wiep van Bunge een levendige discussie met Jonathan Israel die in zijn spraakmakende boek Radical Enlightenment: Philosophy and the Making of Modernity aan Spinoza en diens Nederlandse medestanders een uitzonderlijke plaats toekent in de geschiedenis van de internationale, radicale variant van de verlichting.
Dit debat wijst op de uitdaging die blijft uitgaan van het complexe denken van Spinoza en op diens onbetwiste betekenis voor de Nederlandse cultuur en haar uitstraling in de wereld.