De Muqaddima of inleiding op Het boek de voorbeelden is in de tweede helft van de veertiende eeuw geschreven door de Noord-Afrikaanse historicus, geschiedfilosoof en hoge ambtenaar Ibn Khaldûn (1332 1406). Het bevat tal van beschrijvingen van de nomadische en stedelijke samenlevingen, met als doel algemene wetmatigheden te onderkennen in de geschiedenis. Dit werk heeft de auteur oorspronkelijk opgezet als een inleiding op de geschiedenis van Arabieren, Berbers en andere volken rond de Middellandse Zee, maar het is een eigen leven gaan leiden, als een afgeronde, kritische verhandeling over de sociale en historische processen die aan het menselijk bedrijf ten grondslag liggen. De analyse is zo helder en veelzijdig dat de auteur in de loop der tijd door uiteenlopende wetenschappers in het Westen is ingelijfd als filosoof, socioloog, econoom en demograaf, en bijna steeds met de toevoeging vader van of 'eerste.... En het is misschien nog allemaal waar ook, want zijn analyse van de geschiedenis is heel veelomvattend en fascinerend. Ibn Khaldûn geeft blijk van helder inzicht, grote denkkracht en originaliteit.
Over zijn werk is bijzonder veel geschreven en het is in een aantal talen vertaald, waaronder in het Engels en het Frans. In het Nederlands bestond er echter nog geen vertaling. Deze Nederlandse bloemlezing biedt de lezer een evenwichtige en goed verzorgde kennismaking met wat als Ibn Khaldûns hoofdwerk naam heeft gemaakt. Bij de keuze is de nadruk gelegd op de theoretisch meest vernieuwende en nu nog steeds inspirerende passages. De selectie, vertaling en noten zijn gemaakt door de arabisten Djûke Poppinga en Heleen Koesen. De inleiding is van Peter Rietbergen.
Tegelijk met De Muqaddima verschijnt een bundel opstellen die ingaan op het werk en de betekenis van Ibn Khaldûn. De opstellen belichten de auteur en zijn visie op de wereld vanuit historisch, antropologisch, sociologisch en filosofisch perspectief. Ter sprake komen Berbers, steden, architectuur, magie, dromen en de weerklank op de Muqaddima in Ibn Khaldûns eigen tijd en in het werk van latere onderzoekers. Deze bundel, waaraan een Marokkaanse, een Amerikaanse en negen Nederlandse wetenschappers hebben bijgedragen, is tot stand gekomen onder redactie van de historicus en arabist dr. Maaike van Berkel en de historicus dr. Rudi Künzel, beiden verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.