Het Romeinse recht is niet alleen het oudste, maar ook het modernste vak van de juridische faculteit. De steeds toenemende internationale oriëntering van het huidige privaatrechtelijke onderwijs en onderzoek onderstreept het belang ervan nog meer dan voordien reeds het geval was. Het vormt de onmisbare 'trait d'union' tussen het Nederlandse vermogensrecht en dat van de ons omringende landen.
Een goede kennis van het Romeinse recht behoort daarom tot de onmisbare voorwaarden voor een beter begrip van hetgeen de diverse Europese privaatrechtelijke rechtsstelsels met elkaar verbindt. Er is bovendien op het gebied van het traditionele vermogensrecht nauwelijks serieus te nemen rechtsvergelijkend onderwijs en onderzoek voorstelbaar dat zich niet bedient van een zo voor de hand liggend 'tertium comparationis' als het Romeinse recht: het ligt ten grondslag aan de gehele continentaal-West-Europese civielrechtelijke traditie en kan bovendien een goed inzicht bieden in enkele eigenaardigheden van het Anglo-Amerikaanse recht. Enige kennis van de uitwendige geschiedenis van het Romeinse recht is echter onontbeerlijk voor een goed begrip van het materiële Romeinse privaatrecht.
In dit boek wordt daarom in kort bestek een overzicht gegeven van de achtergronden van de receptie van het Romeinse recht in de Middeleeuwen, van de geschiedenis van de bronnen van het Romeinse recht en de codificatie ervan. Het boek richt zich niet slechts tot juridische studenten, maar ook tot studenten in de Oude Geschiedenis en de Klassieke Talen, die zich immers op enig tijdstip in hun studie óók zullen moeten concentreren op hetgeen zonder twijfel Rome's meest blijvende erfenis is.