In de methode Taalkunde voor de tweede fase van het vwo staat kennis over taal en taalverschijnselen centraal: de taalkunde wordt autonoom bestudeerd. De leerdoelen liggen behalve op het gebied van reproduceerbare taalkundige kennis, op het gebied van de toepassing en onderzoeksvaardigheden die typisch zijn voor de taalkunde.De nadruk ligt op kennis en niet op (taal)vaardigheden. Dat betekent dat u naast het nieuwe onderwerp ook een nieuwe (of juist oude) manier van leren introduceert. Deze docentenhandleiding probeert u bij beide taken zo goed mogelijk te ondersteunen. Naast de antwoorden op de vragen vindt u ook een termenlijst, lesidee toetsen leessuggesties.Hoogleraar Nederlandse Taalkunde Arie Verhagen en hoogleraar Didactiek van het Nederlands Hans Hulshof werken aan de Universiteit Leiden en wilden altijd al dat taalkunde deel zou uitmaken van het schoolvak Nederlands. Toen daarvoor de mogelijkheid ontstond, zijn zij begonnen met het ontwerpen van deze methode. Maaike Rietmeijer was uitvoerend redacteur van het project.