Eugeen Van Mieghem (1875-1930) werd tijdens zijn leven geconfronteerd met diverse kunststromingen.
Tijdens zijn studie aan de Antwerpse academie werd het onderricht er volledig gecontroleerd door de epigonen van Henri Leys.
Vernieuwers volgens het impressionisme of pointillisme werd het leven moeilijk gemaakt en zij verlieten de metropool om zich in Brussel te vestigen.
De oprichting van Kunst van Heden in 1905 betekende een keerpunt in het Antwerpse artistieke leven, dat langzaam maar zeker opnieuw internationale aansluiting vond.
De Eerste Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan de stijgende belangstelling naar zijn oeuvre. Zijn oorlogstekeningen werden in 1919 vergeleken met die van Kollwitz, Forain en Steinlen. Na de Groote Oorlog kreeg ook in ons land het expressionisme meer aandacht.
Kunst van Heden wijdde haar salon van 1926 volledig aan de moderne Franse kunst. Van Mieghem bestudeerde er belangrijke werken van o.a. Picasso, Matisse, Chagall, Modigliani, Zadkine en Rouault,
een confrontatie die een bijzondere invloed op hem uitoefende.
De intimistische en religieuze onderwerpen, naast prachtige bloemstukken en stillevens die de kunstenaar onder invloed van de art deco in de beslotenheid van Sint-Paulusstraat 30 maakte, zou hij echter nooit exposeren.
Dit boek geeft een uniek overzicht van zijn artistieke zoektocht in die boeiende periode van zijn leven.