Het thema van de 4de Vlaams-Nederlandse Natuursteendag en
deze syllabus is buitengewoon veelzijdig en dat komt ook in de
titel tot uiting. In de Jonge Bouwkunst is in veel representatieve
gebouwen zowel aan de buiten- als aan de binnenzijde zeer be-
wust gebruik gemaakt van natuursteen. Door zijn specifieke uit-
drukkingskwaliteiten is dit een bij uitstek representatief materiaal,
dat gebouwen een voorname uitstraling kan geven. Ook markeert
deze periode de tijd waarin naast natuursteen van eigen bodem,
ook meer en meer steen van buiten België/Nederland zijn
intrede deed. Voor de Noordelijke Nederlanden, met eigenlijk
als enige lokale steen de mergel of Maastrichter kalksteen niets
nieuws. Echter voor het zuidelijke deel van de lage landen, is er
wel degelijk sprake van een nieuwe situatie met import van buiten.
Import, vooral vanuit Frankrijk, maar ook vanuit Duitsland.
De periode van de Jonge Bouwkunst is ook interessant omdat haar
begin samenvalt met het doorbreken van de industriële revolutie in
onze landen én met de komst van de spoorwegen. De waterwegen
zijn niet langer leidend als het gaat om verspreiding van natuursteen.
De industriële revolutie leidt ook tot nieuwe technieken: mechani-
sche zagen, aangedreven door stoommachines, doen hun intrede en
maken het mogelijk dunne natuursteen (bekledings)platen te ver-
vaardigen. Dit principe zal in de loop van de twintigste eeuw steeds
meer toepassing vinden. Dezelfde industrie leidt overigens ook tot
luchtverontreiniging: zure regen zorgt voor versnelde aantasting
van kalksteen. Kortom we hebben te maken met een complex van
elkaar beïnvloedende factoren die een rol spelen bij de toepassing
en bij het onderhoud van natuursteen in de Jonge Bouwkunst.
In de bijdragen wordt ingegaan op zowel het tijdsgewricht: de
eeuw van de Jonge Bouwkunst, als op de komst van ‘vreemde’
steen naar onze gebieden. Maar ook op het zich wijzigend mate-
riaalgebruik: van blokken naar (dunne)platen en op de belangrijke
plaats van natuursteen in het interieur van representatieve gebou-
wen. Natuurlijk ontbreekt ook mogelijke schade aan natuursteen
niet. Verder wordt ingegaan op het gebruik van natuursteen in de
periode 1850-1965 in de historische stad Delft, waar deze natuur-
steendag plaatsvindt. Bij dit laatste wordt specifiek ingegaan op
de Faculteit Bouwkunde, gevestigd in een gebouw uit het midden
van de beschouwde periode met zijn typische materiaalgebruik.