Gnothi sauton, ken uzelf: zo stond het op de Apollotempel van Delphi. Kennis over de mens en over jezelf blijft de hoeksteen van de filosofie. De Franse filosoof en wetenschapper Blaise Pascal (1623 1662) was het daarmee eens, maar hij haalde de traditionele filosofische vraag naar het ‘mens-zijn’ op radicale wijze onderuit. De mens verschijnt in Pascals denken als een onbegrijpelijk monster vol tegenstrijdige verlangens en instincten. Pascal wijst de mens op zijn ellende en beperkingen, maar beklemtoont tegelijk de grootsheid van zijn denken.
Met vlijmscherpe inzichten en sardonische humor confronteert Pascal de lezer met herkenbare problemen zoals zelfbedrog, leugens, hypocrisie, onrechtvaardigheid en onrust. Wie zijn oeuvre doorkruist, komt terecht in een wirwar aan thema’s, verhalen en beelden die nu eens grappig, dan weer angstaanjagend zijn. De filosofie van Pascal is een roller coaster ride van humor en venijn, om te eindigen in een pleidooi voor mildheid.
Filosofe Hanna Vandenbussche brengt Blaise Pascal naar de 21ste eeuw. Ze confronteert zijn denken over wetenschap met onze ambivalente houding ten opzichte van coaches en experts. Ze gebruikt Pascals fascinatie voor de menselijke misère om een nieuw licht te werpen op maakbaarheid en slachtofferschap. En onze tijd van fake news en complottheorieën sméékt om een filosoof die de oorzaak van leugens en (zelf)bedrog op minutieuze wijze weet te ontrafelen.