De Master Begeleidingskunde voorziet in een toenemende behoefte aan deskundigen die organisaties en teams helpen zich van binnenuit te ontwikkelen op basis van eigenaarschap, gezamenlijkheid en zelfsturing. De voortdurend bewegende samenleving vraagt van professionals, zowel individueel, in teams als in het grotere verband van organisaties, om nieuw vuur en hernieuwde verbinding met de eigen professionele identiteit.
Teams staan voor de opgave om de eigen maatschappelijke bijdrage opnieuw uit te vinden en vorm te geven. Dat proces laat zich niethiƫrarchisch afdwingen, maar kan slechts van binnenuit ontwikkeld worden door te leren met en van elkaar.
De begeleidingskundige is bij uitstek de professional die deze individuele en collectieve leerprocessen kan verdiepen en intensiveren. Dit doet hij door in complexe organisatiecontexten creatieve ruimte te scheppen waarbinnen het ervaringsleren van individuen en teams plaats kan vinden. Hij zorgt daarbij voor meervoudige en voortdurende afstemming met de betrokkenen. In dialoog met hen en door de inzet van narratieve en ludische werkvormen helpt hij om in dit ervaringsleren ook het ongezegde en het onzegbare
communiceerbaar te maken en daardoor taaie vraagstukken weer bespreekbaar te maken. Rond deze vraagstukken doet de begeleidingskundige samen met de betrokkenen handelingsonderzoek om op basis daarvan tot nieuwe perspectieven en nieuwe handelingsmogelijkheden te komen, waardoor teams en organisaties zich van binnenuit vernieuwen.
Om deze rol als professioneel begeleider van dergelijke complexe leerprocessen
te vervullen, laat de begeleidingskundige zich voeden en richten door zowel de sociale en organisatiewetenschappen als ook de geesteswetenschappen. Vanuit die achtergrond is hij in een gedurig reflectief contact met zichzelf en de situatie en legt hij als normatieve professional verantwoording af van zijn handelen en zijn persoonlijke betrokkenheid daarbij.
Het Lectoraat Begeleidingskunde dat aan de master is verbonden, zal zich ter onderbouwing van bovenstaand profiel richten op het verder vormgeven van begeleidingskundig handelingsonderzoek als methodologie voor kennisontwikkeling rond taaie vraagstukken in professionele praktijken en organisaties.
Daarbij zal er bijzondere aandacht zijn voor het gefundeerd gebruik van narratieve en ludische werkvormen die het mogelijk maken om ook het ongezegde en het onzegbare communiceerbaar te maken en in deze kennisontwikkeling te betrekken