Wist je dat als je een kraanvogel vouwt, je tegelijkertijd ook diverse wiskundige regels volgt? Deze gaan over de vorm van de kop, staart en vleugels, of je een berg- of dalvouw moet vouwen en welke hoeken de vouwen ten opzichte van elkaar maken. Samen zorgen deze regels ervoor dat de kraanvogel uit één stuk papier wordt gemaakt én kan worden opgevouwen tot een plat pakketje. In dit Zebra-boekje onderzoeken we deze wiskunde, door te vouwen, te rekenen en te tekenen. In de tweede helft van het boekje verkennen we toepassingen van wiskunde in origami. De Miura-vouw, die wordt gebruikt in de medische wereld en de ruimtevaart en het Fold-and-one-cut-Theorem, die je in staat stelt trucs van goochelaars te begrijpen en te evenaren. Veel plezier!