In de laatste jaren van de 20e eeuw is onze kennis over sterren en planetenstelsels enorm toegenomen door de grotere nauwkeurigheid van technologisch vernieuwde telescopen. Dat leverde veel nieuwe ontdekkingen op, zoals de neutrino's van de Zon, trans-neptuniaanse planeten, bruine dwergen, neutronensterren en zwarte gaten. Na een korte inleiding over de Zon en haar planeten, geeft dit boek een overzicht van de waarnemingen die aan onze huidige kennis ten grondslag liggen, en van de natuurkunde die het leven van de sterren beschrijft. Vervolgens geeft het een beschrijving van geboorte, leven en einde van sterren. Het besluit met een beschrijving van waarnemingen aan neutronensterren en zwarte gaten, en hun rol in het testen van de algemene relativiteitstheorie. Opgaven stellen de lezer in staat zich te oefenen in het handig en snel afschatten van belangrijke fysische parameters van sterren.