Wie wiskunde gebruikt, maar de basistechnieken niet goed beheerst, loopt vroeg of laat vast. De Spijkerboekjes geven de mogelijkheid om die technieken in zo kort mogelijke tijd aan te leren. Wiskunde leer je in de eerste plaats door te doen. Daarom volgt na elke stukje uitleg een groot aantal oefeningen.De zeven Spijkers behandelen de onderwerpen van de basiswiskunde gestapeld, in een doorlopende leerlijn, maar de delen zijn ook prima afzonderlijk te gebruiken. Het onderwerp van de vierde Spijker is differentiëren. Het boekje begint natuurlijk met de basisvaardigheden. Daarna worden die vaardigheden gebruikt om eigenschappen van verschillende functies te bepalen, zoals van polynomen, wortel-, gebroken en goniometrische functies. Ten slotte wordt de differentiaalrekening toegepast in een aantal optimaliseringsproblemen.De auteur van de Spijkerreeks, Henk Pfaltzgraff (1939), is jarenlang als wiskundeleraar en conrector bovenbouw verbonden geweest aan het Zaanlands Lyceum. Nu geeft hij wiskunde bij het VAVO aan jongeren die zijn vastgelopen in het reguliere onderwijs.