In de 17e eeuw vroege dobbelende en kaartspelende lieden zich af of er enige wetmatigheid te vinden was in deze "spelen van geluck". Zowel door Christiaan Huygens als door de franse filosoof en wiskundige Blaise Pascal zijn naar aanleiding van zulke vragen verhandelingen geschreven die geleid hebben tot het eerste ontstaan van de theorie van kansrekening en statistiek.
De verhandeling van Huygens werd in 1660 gepubliceerd door de wiskundige Frans van Schooten die het opnam in een van zijn boeken. Dat was toen de eerste tekst die in het Nederlands verscheen over kansrekening en een van de eerste in de geschiedenis; de verhandeling heeft dan ook grote invloed gehad.
In deze nieuwe uitgave is naast het origineel de tekst in hedendaags Nederlands weergegeven. Behalve de noten zijn een aantal vragen en opgaven toegevoegd die de tekst mede geschikt maken als keuzeonderwerp voor zelfstandige bestudering in het VWO.
Christiaan Huygens (1629-1695), zoon van de bekende dichter en diplomaat Constantijn Huygens, werd in de tweede helft van de 17e eeuw beschouwd als Europa's grootste wiskundige en natuurwetenschapper. Hij is ongetwijfeld één van de geniaalste onderzoekers die Nederland heeft voortgebracht. Huygens heeft vele theorieën, ontdekkingen en vondsten op zijn naam staan, zoals de ringen van Saturnus en de slingerklok.
Een van zijn fundamentele bijdragen is de theorie over de voortplanting van het licht, in de natuurkunde bekend als het "principe van Huygens". In zijn werk combineert hij op scherpzinnige wijze wiskundige redenering en natuurkundig inzicht; in deze zin is hij een van de eerste moderne geleerden.