Johann Bernoulli was een opmerkelijk wiskundige. Kort na 1690 zorgde hij samen met zijn broer Jakob en met L'Hospital voor een doorbraak van de differentiaal- en integraalrekening, die Leibniz eerder in enkele moeilijk te begrijpen artikelen had ingevoerd. Bernoulli was een goed didacticus en een meester in het formuleren en oplossen van fundamentele problemen, maar opmerkelijk was ook de absolute zekerheid waarmee hij voor een leven als wiskundige koos. Tegen de wil van zijn vader ging hij het vak studeren en toen hij niet in Basel aan de slag kon komen trok hij met vrouw en kind in 1695 naar Groningen waar hij tien jaar zou blijven. De behandeling van het fameuze brachystochroonprobleem stamt uit deze tijd.Johann Bernoulli was een markante en tragische persoonlijkheid; zijn leven wordt gekenmerkt door grote productiviteit, maar ook door vele conflicten met vakgenoten, theologen en andere wetenschappers. Al deze aspecten van zijn leven en werk komen in dit boek naar voren. Het laatste hoofdstuk bevat een Kleine Bernoulli Encyclopedie waarin korte biografieën worden gegeven van acht Bernoulli's uit drie generaties en hun bijdragen aan de wetenschappen.Dr. J.A. van Maanen werd in 1953 geboren te Utrecht; na zijn studie wiskunde aldaar promoveerde hij in 1987 aan de Rijksuniversiteit Utrecht op een proefschrift over de wiskunde in de Nederlanden in de 17e eeuw. Hij combineerde zijn wetenschappelijke werk van 1977 tot 1992 met deeltijdbanen in het VWO en aan de lerarenopleiding van de Hogeschool Midden Nederland.Dr. van Maanen is nu verbonden aan de vakgroep wiskunde van de Rijksuniversiteit Groningen waar hij geschiedenis van de wiskunde beoefent en studieadviseur voor de eerstejaars studenten is. Door zijn werk als leraar VWO raakte hij er steeds meer van overtuigd dat de geschiedenis van de wiskunde een belangrijke didactische steun kan zijn. Vanaf de vroege oudheid hebben mensen wiskunde gemaakt, zowel om hun levensomstandigheden te verbeteren als omdat ze het leuk vonden. Het boek over Bernoulli, dat uit een samenwerking met Groningse doctoraalstudenten is ontstaan, is vanuit dit perspectief geschreven.