De iPod, iPhone, iPad en MacBook. Allemaal apparaten waar de gemiddelde designliefhebber en computerenthousiasteling om staat te springen. En allemaal komen ze uit de koker van computergigant Apple. Als Steve Jobs een fictief personage in een boek was geweest, zouden critici zijn levensverhaal terzijde schuiven als zeer onwaarschijnlijk. Geadopteerd; een schoolverlater; oprichter van een succesvol computerbedrijf; ongewassen en op blote voeten een bedrijf runnen; op je dertigste multimiljonair zijn; uit je eigen bedrijf worden gewipt; medeverantwoordelijk zijn voor de eerste computeranimatiefilm; een nieuw bedrijf oprichten dat voor 400 miljoen dollar wordt overgenomen; als een messias terugkomen bij je oude bedrijf; het complete medialandschap herdefiniëren met iPod, iPhone en iTunes; de computer sexy maken én kanker overleven: het is moeilijk te geloven dat het over één en dezelfde persoon gaat. Wie zo¿n avontuur van zijn leven maakt, kan zich niet onttrekken aan de aandacht van gewone stervelingen. Jobs wordt geliefd en gehaat, gewaardeerd en uitgelachen, gehoord en genegeerd. Fans noemen hem standvastig, en critici noemen hem koppig. Grote bedrijven in nood vragen zich dikwijls af: ¿Wat zou Steve doen?¿