Hannah Arendt is niet meer weg te denken uit het maatschappelijk debat, maar zij wordt vaak verkeerd begrepen. Vanuit het aan Arendt ontleende motto ‘ik wil begrijpen’ onderzoekt Hans Achterhuis de ‘onbekende’ Hannah Arendt. Hij richt zich onder meer op drie onderbelichte aspecten uit het leven en werk van Arendt: haar eerste echtgenoot Günther Stern (beter bekend als Günther Anders), het belang van de joodse traditie voor haar denken en de relevantie van haar filosofie voor de verwerking van ons koloniale verleden. Bovendien wordt het grote misverstand van ‘de banaliteit van het kwaad’, dat Hannah Arendt tot op de dag van vandaag achtervolgt, in dit boek voor eens en voor altijd de wereld uit geholpen.
Ik wil begrijpen is geen biografie maar het verslag van een filosofische vriendschap die vijftig jaar geleden tussen de ramsjboeken begon. Achterhuis koppelt het denken van Arendt aan zijn eigen ervaringen en actualiseert ze aan de hand van thema’s als de toeslagenaffaire, fake news en de gevaren die onze democratie bedreigen. Arendts filosofie richt zich niet op een abstracte ideeënwereld maar op onze dagelijkse ervaring en hoe wij denken en (politiek) handelen. Haar scherpe inzichten zijn relevanter dan ooit voor iedereen die zich druk maakt over de samenleving waar wij onderdeel van zijn.