Schokkende aanslagen door moslimextremisten staan in ons geheugen gegrift, maar religieus geweld is allerminst het exclusieve domein van de radicale islam. Het is zo oud als de mens en zo actueel als het laatste nieuws. Militante white supremacists in de vs beroepen zich op christelijke waarden, het boeddhistische Myanmar dreef met geweld de islamitische Rohingya het land uit en hindoe-fundamentalisten in India botsen hardhandig met de moslimbevolking. Zit geweld ingebakken in het DNA van religie? Hoe moeten we de verschillende vormen van fundamentalisme en hun vaak extreme
vrouwvijandigheid beoordelen?
‘Ik wil begrijpen hoe religies kunnen ontsporen’, zo motiveert Hans Achterhuis de filosofische zoektocht die hij in 'Geloof in geweld' onderneemt. Hij combineert daarbij grote thema's uit zijn oeuvre, zoals religie, utopisme en geweld, en analyseert stap voor stap hoe mensen tot geweld komen vanuit een hoger, vaak goddelijk geacht, idee of doel. De grote religies worden nauwgezet ontleed, ook het premoderne polytheïsme, dat in veel hedendaagse geweldsuit barstingen doorwerkt, en communisme en fascisme, die hij als politieke religies beschouwt. Zo verbindt hij het geweld waarover wij dagelijks in de krant lezen met de hoofdkenmerken van onze menselijke conditie.