Lijden, lachen en denken rond het grafSinds zijn eerste boek Het refrein is Hein is Bert Keizer zelf een flink eind opgeschoven richting graf, maar dat weerhoudt hem er niet van zo getrouw mogelijk verslag te doen van wat we allemaal denken, hopen, vrezen, overwegen en idioot vinden rond de sterfelijkheid van de mens. In zijn werk als verpleeghuisarts ontmoet hij dagelijks patiënten, collega's, zieken, filosofen, verpleegkundigen, schrijvers, dichters, doodgravers, warhoofden, predikers, wijzen en een enkele schurk.Het verlossende van Tumult bij de uitgang is dat Keizer ondanks de ernst van zijn thema nooit vergeet te lachen. Hoewel we onze uiteindelijke bestemming, de dood, als een loden kogel met ons mee slepen, vindt hij enige opluchting in de gedachte dat we zonder dit blok aan ons been zouden weg zweven in betekenisloosheid. Op even komische als stijlvolle wijze blijft hij doordrongen van het besef dat onze sterfelijkheid het beste medicijn is om het leven draaglijk te houden.[...] 'Er is, dacht ik, niets dat helpt tegen de dood. Mijn bescheiden ervaring is dat je weerloos ondergeschoffeld wordt, met of zonder spirituele tradities, wel of niet voorbereid, ver vóór of lang ná je tijd, biddend of suffend, peinzend of bluffend, denkend of strijdend, lijdend of lachend, nietsvermoedend of brakend, bloedend of slapend. Aan het eind van de rit word je altijd en onherroepelijk ondergespit.'- Bert Keizer'Bert Keizer stelt mij gerust: sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.', Rene Gude, oud-Denker des Vaderlands'Een boek waarvan iedere sterveling wijzer wordt', Gert J. Peelen in de Volkskrant'Venijnige humor: Verpletterende eerlijkheid.', Hannetje Koelewijn in NRC Handelsblad