In de afgelopen jaren heeft groene criminologie zich ontwikkeld tot een belangrijk vakgebied binnen de criminologie, aangedreven door urgente ecologische crises zoals illegale houtkap, mijnbouwvervuiling en de handel in bedreigde diersoorten. Dit boek bespreekt de opkomst, ontwikkeling en uitdagingen van groene criminologie in detail. De bijdragen in dit boek onderzoeken de complexe dynamiek tussen mens en natuur en belichten de schadelijke gevolgen van menselijke activiteiten voor ecosystemen en biodiversiteit. De auteurs gaan niet alleen in op gecriminaliseerde milieudelicten, maar ook op schadelijke praktijken die nog niet door wetgeving zijn aangepakt. Door een antropocentrisch wereldbeeld te verwerpen, omarmen groene criminologen een ecocentrische benadering waarbij mens en natuur in symbiose worden beschouwd. Het boek is verdeeld in vier delen. Het eerste deel richt zich op de theoretische fundamenten en de rol van groene criminologie. Hierin zal onder andere de opkomst van dit vakgebied worden besproken en zullen de belangrijkste concepten worden uitgelegd. Het tweede deel behandelt de daders, slachtoffers en rechten in relatie tot groene misdaden, met bijdragen over milieucriminaliteit door bedrijven en de rol van georganiseerde misdaad. Het derde deel onderzoekt specifieke vormen van groene criminaliteit, zoals illegale ontbossing en vervuiling, waarbij concrete voorbeelden en casestudies worden gepresenteerd. Het vierde en laatste deel focust op de reacties op groene criminaliteit, inclusief publieke percepties en de juridische en maatschappelijke aanpak van milieuschade. Met dit boek willen de auteurs bijdragen aan de verdere ontwikkeling van groene criminologie en een diepere theoretische en empirische basis leggen voor de bestudering van milieugerelateerde misdaden. Dit eerste Nederlandstalige werk over groene criminologie zal dienen als een essentiƫle bron voor onderzoekers, beleidsmakers en studenten die betrokken zijn bij de strijd tegen milieuschade en voor een duurzamere toekomst.