Er is discussie over politisering van veiligheid, toenemende sturing door het ministerie van Justitie en afkalving van het lokale gezag (burgemeester en officier van justitie). De Politiewet 2012 veronderstelt dat dit gezag niet zou worden aangetast. In Limburg is dit wel het geval.
Limburg is achtergesteld (qua sterkte) en wordt overvraagd door het ongelimiteerde aanbod van (inter)nationale criminaliteit, toenemende sturing, monitoring en de verantwoordingseisen van de minister van Justitie en de korpsleiding in Den Haag. Er is een ongekende beleids- en sturingsmachine ontstaan. Het lokale gezag in Limburg kan niet meer voldoen aan de veiligheidsvragen van burgers. De basisteams en de opsporing lopen achter de feiten aan. Limburg staat niet op zichzelf.
Dit essay doorbreekt de oppervlakkigheid waarmee landelijk wordt gepraat over criminaliteitsbestrijding (‘hard aanpakken’). Een pleidooi wordt gehouden om rechtsstatelijke principes over gezag en beheer, macht- en tegenmacht en rechtsbescherming weer onderdeel te laten zijn van de visie op wat goede politie is. Het kan niet zo zijn dat burgemeesters zeggen ‘daarvoor moet je in Den Haag zijn’.