Het ‘kwaadaardig narcisme’ van Trump, de zelfoverschatting van Johnson, de gekte van Nixon, de verborgen verslavingen van Kennedy: zodra mensen een hoge positie bereiken, gebeurt er iets met hen. Vrijwel iedereen maakt een psychologische transformatie door op het moment dat hij de top nadert. Bij sommigen leidt dat tot overmoed en roekeloosheid. Het gebeurt binnen bedrijven, stichtingen en de overheid, in Nederland en internationaal, en speelde een rol bij de grootste crises van de laatste halve eeuw.
Jaap van Ginneken, expert op het gebied van politieke en massapsychologie, laat in dit boek zien wat er precies gebeurt als mensen regels naar hun hand kunnen zetten en de invloed van anderen terzijde kunnen schuiven. Wat is het in het brein van topmannen dat hen uiteindelijk zo vaak overmoedig maakt en over de schreef doet gaan? Kan niemand de verleidingen weerstaan? En waarom zitten er zo weinig vrouwen op topposities?