'Wat moet je nou in vredesnaam met een boek?', roept de vader van Matilda in het gelijknamige boek van Roald Dahl. Matilda weet er wel raad mee. Op school heb je echter ook te maken met kinderen die niet van lezen houden en moeite hebben met lezen en taal.
De leraar kan leerlingen kennis laten maken met verschillende literaire genres om zo hun literaire smaak en taalvaardigheid te ontwikkelen en leesplezier te bevorderen. En er kan meer. Want je kunt jeugdliteratuur verbinden met alle vakken. Zo kun je bijvoorbeeld een tijdsbeeld oproepen (geschiedenis), verre reizen maken (aardrijkskunde), tijdsduur berekenen (rekenen), een logboek maken (natuuronderwijs) en discussiƫren over goed en kwaad (levensbeschouwing). Door op deze wijze met jeugdliteratuur te werken, kunnen cognitieve, esthetische en ethische onderwijsdoelen gecombineerd worden. Zo kunnen de verborgen talenten van leerlingen tot uiting komen.
'Verborgen talenten' is het eerste handboek dat leraren helpt bovenstaande expertise te ontwikkelen. Het boek bestaat uit drie delen. Het inleidende deel 1 schetst de achtergrond van deel 2 en 3. In deel 2 gaan de auteurs uitgebreid in op de theorie en praktijk van de leesontwikkeling, en jeugdliteratuur. Deel 3 laat zien hoe jeugdliteratuur kan worden ingezet in het basisonderwijs.
'Verborgen talenten' is geschreven voor leraren basisonderwijs (in opleiding). Het boek sluit naadloos aan bij de onderdelen van de Kennisbasis Nederlands die betrekking hebben op jeugdliteratuur en leesbevordering. De ondersteunende website bij het boek bevat onder meer opdrachten, titellijsten met aanbevolen jeugdliteratuur, achtergrondmateriaal en verdiepende teksten.
De auteurs zijn experts op het gebied van jeugdliteratuur en taaldidactiek. De hoofdstukken voor de diverse vakken zijn geschreven door specialisten op het desbetreffende vakgebied.