Op 12 augustus 1978 arriveren de leden van een Zweedse delegatie in het Democratisch Kampuchea van Pol Pot. Zij zijn enkele van de weinige buitenlanders die het gesloten land, met de meest radicale communistische revolutie die de wereld ooit heeft gezien, binnen mogen. Na hun thuiskomst beschrijven ze de revolutie van de Rode Khmer als succesvol, als een voorbeeld voor andere landen.
Een half jaar na hun bezoek wordt onthuld dat er tijdens de ruim drieënhalf jaar dat Pol Pot aan de macht was, bijna twee miljoen mensen (een kwart van de bevolking) zijn geëxecuteerd of omgekomen door slavenarbeid, honger en ziekte.
Hoe konden vier hoogopgeleide Zweden, gespecialiseerd in Zuidoost-Azië, door dit land reizen zonder iets te hebben gezien? Bij zijn zoektocht naar het antwoord heeft Peter Fröberg Idling de vier reizigers opgezocht, die tegenwoordig zeer uiteenlopende opvattingen over de revolutie van de Rode Khmer hebben. Was de revolutie een catastrofe of is zij verkeerd begrepen? Fröberg Idling reisde eveneens af naar de minst toegankelijke gebieden van Cambodja, waar de voormalige leiders van de Rode Khmer zich onttrekken aan gerechtigheid.