In ‘Insectenrijk’ beschrijft Aglaia Bouma op humoristische wijze en met grote kennis van zaken alles waarvan je niet wist dat je het altijd al wilde weten over insecten. Dertig jaar geleden overleefde de schrijver zelf ternauwernood een steek van een grote wespensoort, met een trauma tot gevolg. Gezien kennis het beste wapen tegen angst is, besloot Bouma zich grondig te verdiepen in insecten. Haar fobie ontpopte tot een gepassioneerde, aanstekelijke fascinatie. Na het lezen van ‘Insectenrijk’ weet je bijvoorbeeld dat er nachtvlinders voorkomen die sprekend op een gebroken takje lijken, dat oorwurmen zorgzame moeders kunnen zijn en dat springstaartjes elkaar dansend het hof maken.