In De helaasheid der dingen keert de schrijver terug naar zijn geboortegrond in Reetveerdegem. We maken kennis met de vader die trots de kroegen van het dorp af fietst om zijn pasgeboren zoontje aan zijn vrienden te tonen, de grootmoeder wier nachtrust al te vaak door de politie verstoord wordt als die een van haar dronken zonen komt afleveren en de werkloze nonkels die meer heil zien in een kampioenschap zuipen dan in een deugdzaam leven. De helaasheid der dingen is zowel een prachtige ode aan als een hilarische afrekening met het dorp van zijn jeugd.