In Kameraad Baron bereist Jaap Scholten grote delen van Hongarije en Roemenië en ontmoet daar de nazaten van de eens zo aanzienlijke Transsylvaanse aristocratie. Met hen bezoekt hij de kelders en de zolders waar ze onder het communisme noodgedwongen woonden en de dwangarbeiderskampen waar ze stenen vergruisden. Met de jongste generatie zoekt hij truffels in de wouden van Transsylvanië en spreekt hij over de toekomst: hoe weer iets op te bouwen in een land dat zich in een moreel vacuüm bevindt?