‘De graad van beschaving van een land kan men afleiden uit de wijze waarop men omgaat met misdaad en uit de wijze waarop men omgaat met daders’ (Churchill)Toen Leo Nardus na een keurig leven in vrijheid in de gevangenis terechtkwam, werd hij geconfronteerd met negatieve opvattingen en stigmatisering van de gedetineerde. Deze ervaring zette hem ertoe aan om een boek te schrijven dat de lezer inzicht biedt en een lans breekt voor de medemens buiten de vrije samenleving.Door niet enkel zijn persoonlijke bevindingen te vernoemen, maar ook getuigenissen van cipiers, vrijwilligers, medegedetineerden, inclusief hun familie, doet hij een poging om de lezer op een neutrale, inzichtelijke, actieve en kritische manier te betrekken bij het gevangeniswezen. Zonder té veel vingerwijzingen, maar enkel en alleen door middel van objectieve vaststellingen die eveneens een gefundeerde wetenschappelijke inhoud hebben, wil de auteur de lezer confronteren met de realiteit van detentie.Leo Nardus behandelt uiteenlopende onderwerpen zoals internering, forensische zorg, radicalisering, de rol van de advocaat, de cipier, de aalmoezenier, de chronische overbevolking, de hoge zelfmoordcijfers, de drugproblematiek, stakingen, corona binnen de gevangenis, het Scandinavische gevangenismodel, enzovoort. Op die manier wil hij een beter beeld schetsen naar de maatschappij toe opdat er meer transparantie, beter nog, een brug kan ontstaan tussen ‘de burger’ en het geheimzinnige, onbekende en té donkere gebeuren in de beschimmelde gevangeniskelders….De auteur schenkt extra aandacht aan de gezondheidstoestand van de gedetineerde in de ruimste zin van het woord en benadrukt het belang van preventie. Opvoeding speelt namelijk een cruciale rol in het al dan niet ontwikkelen van delinquent gedrag. Niet zelden was de afwezigheid van een ‘geborgen ouderlijk nest’ in combinatie met andere factoren de aanzet tot het plegen van criminaliteit. Ten slotte suggereert hij alternatieven en geeft hij opties die kunnen bijdragen aan een humaner detentielandschap.