Jeugdige verdachten tot 18 jaar hebben, ongeacht van
welk strafbaar feit ze worden verdacht, recht op een
behandeling volgens aparte procedures door
gespecialiseerde autoriteiten en instellingen, en,
na veroordeling, op aparte op opvoeding gerichte
jeugdsancties. Deze jeugdsancties kunnen ook worden
toegepast op jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar.
In het voorliggende handboek wordt op een verfrissende
manier beschreven hoe dit jeugdstrafrecht in de
Nederlandse wet heeft vorm gekregen.
Daarbij wordt steeds de koppeling gemaakt met de
beginselen ofwel de achterliggende principiƫle keuzes
en bedoelingen van de wetgever en het functioneren
van deze wettelijke regeling in de rechtspraktijk.
Het boek is geschreven vanuit een eigentijdse
benadering waarbij het jeugdstrafrecht wordt behandeld
in de volgorde zoals die zich ook in de
rechtspraktijk voordoet. Zo vindt de lezer bijvoorbeeld
een ruime behandeling terug van de buitengerechtelijke
afdoening door bureau Halt en het Openbaar
Ministerie omdat het gros van de door jeugdigen
gepleegde misdrijven in Nederland op deze manier
wordt afgehandeld. Ook zijn er aparte hoofdstukken
gewijd aan de situatie op het politiebureau en de fase
van de voorlopige hechtenis.
mr.dr. Jolande uit Beijerse is universitair hoofddocent straf- en strafprocesrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze is tevens rechter-plaatsvervanger bij het team jeugd van de rechtbank Rotterdam.