Het opperhoofd Bonni. […]. In hem verenigden zich de kracht en moed van de jaguar met de slanke vlugheid van onze herten. Anton de Kom in Wij slaven van Suriname Rond 1730 ontvlucht een hoogzwangere zwarte vrouw de gruwelen van de slavernij en brengt in het Surinaamse moeras haar zoon Boni ter wereld. Hij zal uitgroeien tot leider van de Marrons: ruim dertig jaar lang pleegt hij met zijn volgelingen heldhaftig verzet tegen het koloniale bewind.
Als tiener leest Tessa Leuwsha voor het eerst over deze mythische strijder in Wij slaven van Suriname. Vanaf dan is ze door hem geïntrigeerd: wie was hij, en wat is het verhaal van zijn moedige moeder? Wat betekenden zijn daden toen en nu, hoe werkt zijn nalatenschap door in haar eigen leven? Tessa Leuwsha reist door Suriname en zoekt naar Bonis wortels in Ghana, ze spit door de schaarse archieven en put rijkelijk uit orale geschiedenis. Gebaseerd op feiten en ondersteund door haar sprankelende literaire verbeeldingskracht herschept ze de Surinaamse vrijheidsstrijder Boni als mens van vlees en bloed.