Vrouwen hebben niet dezelfde hersenen als mannen. Hun brein is fors kleiner, en hun hersenschors telt liefst zeventien procent minder zenuwcellen. Toch doet hun denkvermogen niet onder voor dat van mannen; hoe compenseren zij voor hun kleinere hardware? Iris Sommer schetst een zo volledig mogelijk beeld over hoe en waarom onze hersenen verschillen.
Want er zijn meer verschillen tussen het vrouwen- en mannenbrein. Persoonlijkheid en interesse is (gemiddeld) anders. Vrouwen hebben een ander stress-systeem, andere hormonen en een ander immuunsysteem. Hoe worden die verschillen tussen de seksen veroorzaakt, en wat betekenen ze? Wat gebeurt er wanneer iemand van geslacht verandert? Hoe gaat de maatschappij om met meisjes en jongens, vrouwen en mannen, en wat zou er beter kunnen?
Iris Sommer wendt haar neurowetenschappelijke en psychiatrische expertise aan om deze vragen te beantwoorden. ‘Het vrouwenbrein’ laat helder zien wat de samenhang is tussen het neurobiologische en het sociaal-maatschappelijke, en wijst de weg naar een gelijkwaardiger toekomst