In een wereld waarin alles meetbaar is en je altijd méér kunt doen, is het lastig stil te staan. Niemand ontkomt aan de kapitalistische ratrace. Filosoof Lieke Knijnenburg worstelt hier al sinds haar studie mee. De productiviteitsfetisj leert dat hard werken beter is dan ontspannen, dat onze waarde als mens afhangt van onze productiviteit en dat we altijd meer kunnen doen. Ver buiten de werksfeer (bijvoorbeeld in het domein van relaties) verdringt dit ideaal andere ideeën over het goede leven.
In dit boek ontleedt Knijnenburg op nietsontziende wijze haar drang om het leven te reduceren tot een takenlijstje en haar pogingen om aan zichzelf te ontsnappen; in de ander, de nacht, de roes. Het resultaat is een filosofische worsteling met overgave.