Tegenwoordig beschikken we over de Webb-telescoop, maar in de achttiende eeuw moest men creatiever zijn om het heelal te doorgronden. Men wist grofweg hoe ons zonnestelsel in elkaar zat, maar niet hoe groot het precies was. In 1761 en 1769 deed zich een unieke kans voor: voor het eerst en het laatst in honderd jaar zou Venus tussen de zon en de aarde passeren, en dat maakte een meting mogelijk. Een team van astronomen, gesteund door avonturiers als Captain Cook en Catharina de Grote van Rusland, nam die onmenselijke taak op zich. In Venus achterna vertelt Andrea Wulf met veel inlevingsvermogen over deze unieke wetenschappelijke queeste. Ze volgt de wetenschappers op hun avontuurlijk reizen over de wereld, waar zij zich moesten weren tegen piraten, barre weersomstandigheden en ander onheil. En passant laat ze zien hoe zo voor het eerst in de geschiedenis een vorm van internationale wetenschappelijke samenwerking ontstond. Zoals alleen zij dat kan brengt Wulf de verbluffende persoonlijke lotgevallen van haar hoofdpersonen samen met de grote geschiedenis.