Als bioloog onderzoekt Piet J. van den Hout jarenlang de natuur op basis van hypothesen. Maar gedurende zijn laatste jaren als wetenschapper sijpelt een onbestemd gemis zijn gemoed binnen. Hij is iets kwijtgeraakt, iets wat hij in zijn jeugd nog had bezeten. Waar is het onverwachte, waar is de betovering van de natuur? Hij verlaat de wetenschap en wandelt de Regte Heide op, een heidegebied omgeven door bossen en beekdalen even ten zuiden van Tilburg. Zonder onderzoeksvraag kijkt hij een jaar lang tot in de kleinste details naar het leven van dieren, planten en schimmels, naar hun samenwerking en naar hun strijd. Ergens blijft hij de wetenschapper die wil begrijpen, maar hij gaat verder, begeeft zich steeds dieper in de levens van vaste en tijdelijke bewoners van het gebied. Dat levert intieme ontmoetingen op met dieren die gaandeweg bekenden worden en zich ontpoppen tot gidsen die hem terugleiden naar een verloren wereld. Op de huid van de heide is een beeldschoon verslag van wat er gebeurt als de mens als regisseur terugtreedt en de natuur het verhaal laat vertellen.