Lezen is een fundamentele vaardigheid. De mens dankt kennis en kritisch denkvermogen aan het lezen. Maar het ‘diepe’ lezen staat onder druk. Het boek delft het onderspit in het gevecht om de schaarse vrije tijd en de ontlezing neemt toe. We maken ons weliswaar zorgen maar nemen het lezen zelf feitelijk voor lief. De lezende mens is een zoektocht naar de onderliggende betekenis van het lezen voor ons welzijn en onze democratische maatschappij. Het beschrijft de relatief korte geschiedenis van het ontcijferen van kleitablet tot e-book en de ingrijpende veranderingen die het lezen bracht voor individu en samenleving. Zo gingen geletterdheid en de opkomst van de democratie in de negentiende eeuw hand in hand. Maar wat is lezen eigenlijk, en hoe gaat het in zijn werk? En wat betekent de opkomst van het scherm voor onze leesgewoonten? Hisgen en Van der Weel zetten op heldere wijze de laatste inzichten van het leesonderzoek uiteen en houden een krachtig pleidooi voor hernieuwde aandacht voor de toekomst van het lezen.