Er zijn zo’n honderdduizend soorten schelpdieren, in de meest buitenissige vormen en kleuren, en de noordkromp is de heilige graal onder de schelpen. Alleen op Schiermonnikoog kom je deze zeldzame schelp wel eens tegen, vooral na een stevige herfststorm. Een noordkromp vinden is daarom het doel van menig strandwandelaar. En dus ook van Koos Dijksterhuis, die zijn hele leven al gefascineerd is door schelpen. Schelpdieren zijn er te land, te water en ter zee. Maar de meeste leven in zee. Ze zijn er van kolossaal tot minuscuul, tweekleppig of slakvormig, maar wat ze in elk geval gemeen hebben, is een avontuurlijk seks-leven. Veel schelpdieren zijn tegelijk man en vrouw, ze kunnen elkaar tegelijkertijd bevruchten. Sommige kunnen, als ze eenzaam zijn, zelfs zichzelf bevruchten. Oesters doen hun erotische imago eer aan door in een massale orgie tegelijkertijd klaar te komen. Als ze dat doen kleurt de Noordzee melkachtig troebel en deinzen badgasten terug. Koos Dijksterhuis schrijft meeslepend over de schelpdierwereld waarin je het zo gek niet kunt verzinnen, of het komt voor.