Liefde-literatuur-dood is de thematische drie-eenheid binnen het oeuvre van Jeroen Brouwers. Zijn fascinatie voor zelfmoord dateert van het begin van de jaren zeventig, toen een vriendin zich het leven had benomen. Brouwers’ wens om het zelfmoordraadsel te begrijpen resulteerde in het inmiddels legendarische boek De laatste deur. Dit is de ingrijpend herziene en zeer uitgebreide editie van het dertig jaar geleden verschenen werk, dat handelt over de zelfverkozen dood van Nederlandstalige schrijvers. Vanuit gevoelens van mededogen, begrip en solidariteit met hen die in het verleden en de meer recente tijd de hand aan zichzelf sloegen (van wie hij er enkelen van zeer nabij heeft gekend), poogt Brouwers aan de hand van hun literaire werk een mogelijke verklaring te vinden voor hun ultieme daad. Brouwers karakteriseert op integere en invoelende wijze uiteenlopende figuren als François Haverschmidt (Piet Paaltjens), Menno ter Braak, Halbo Kool, Jan Emmens, Jan Arends, Dirk de Witte, Jan Emiel Daele, Jotie T’Hooft en tal van anderen. Deze nieuwe editie bevat ook levensgeschiedenissen van overledenen in de laatste jaren: Adriaan Venema, Anil Ramdas, Nanne Tepper, Joost Zwagerman en Wim Brands. Aan De laatste deur is een supplement toegevoegd (De zwarte zon, De versierde dood en verspreide opstellen) met essays over buitenlandse schrijvers en
onderwerpen als zelfmoordverenigingen en –sekten, en geruchten en verzinsels over zelfmoord. Een aantal van deze opstellen is niet eerder in boekvorm verschenen.