De jaren zeventig van de vijftiende eeuw. Op een van de kastelen van het geslacht van Culemborg wordt Elisabeth geboren, de oudste dochter van heer Jasper en zijn vrouw Johanna. Culemborg is dan al geruime tijd op weg naar een gewichtige positie in het Bourgondische Rijk, een van de welvarendste gebieden van Europa. De familie heeft echter een groot probleem. Ze hebben alleen dochters en dat betekent het einde van de eeuwenoude dynastie.
Geen mannelijk nageslacht is de grootste ramp die een hoogadellijke dame kon overkomen. Elisabeth, de erfgename, is weliswaar rijk, trouwt tweemaal, maar brengt geen kinderen ter wereld. Ze is dertig jaar het hoofd van de vorstelijke hofhouding in Mechelen, maar wordt ondertussen gekweld door haar onvruchtbaarheid. Hoe zorgt ze ervoor dat haar voorvaderlijke dynastie niet in de vergetelheid raakt? En hoe kan ze een verblijf in het vagevuur vermijden? De goddelijke opdracht om een zoon te baren heeft ze immers niet volbracht.
Wijnand W. Mijnhardt is emeritus hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht.