Uit eten gaan in Amsterdam is van alle tijden. Van eenvoudige én luxe herbergen, morsige gaarkeukens en simpele schafthuizen tot chique restaurants, extravagante oesterpaleizen en een keur aan eethuizen met gerechten van over de hele wereld: de afgelopen vier eeuwen konden Amsterdammers op allerlei plekken terecht om hun honger en dorst te stillen. Handelsmetropool Amsterdam was in de zeventiende eeuw al een migrantenstad, met een gevarieerd aanbod aan buitenlandse keukens in herbergen. Ook in later eeuwen zette de stad de toon voor de restaurantcultuur in de rest van Nederland, van de komst van Parijse restaurants tot de eerste pizzeria’s, bistro’s, koosjere eethuizen, krakerskeukens en ‘nouveau ruig’-zaken. Wat kwam er uit de herbergkeukens en wie kookten daar? Waarom ontstonden er speciale vrouwenrestaurants? Welke gerechten serveerden de vroegste vegetarische restaurants? En wat zeggen recentere eettrends over het hedendaagse Amsterdam?
Historisch onderzoeker, tekstschrijver en (eind)- redacteur Maarten Hell promoveerde in 2017 op De Amsterdamse herberg (1450-1800), bekroond met de Joop Witteveenprijs. In 2024 verscheen zijn boek over de verdwenen multi-etnische buurt Vlooienburg, Verloren wereld in de Amstelbocht.
Culinair historica en journaliste Charlotte Kleyn publiceerde de boeken Luilekkerland. 400 jaar koken in Nederland (2018) met Onno Kleyn en Trek. Eten onderweg, toen en nu (2021). Ze heeft een wekelijkse column in Trouw en schrijft voor Het Parool.