De plaats die wij mensen innemen in de enorme kosmos kan soms ronduit onbeduidend aanvoelen. Daarom proberen we er iets van te begrijpen en onze plaats daarin te duiden
De afstand van de planeten en de sterren tot de aarde is moeilijk voor te stellen. De oude Chinezen bouwden stenen torens om de sterren van dichterbij te kunnen bekijken. Een natuurlijke reactie als je bedenkt dat wij geen ervaring hebben met de enorme afstanden in de ruimte.
Inmiddels hebben we door mathematische en technologische kennis een enorme schat aan informatie over het heelal, maar wat weten we nu echt? Waar komt het universum vandaan en gaat het ergens heen? Wat is de aard van het begrip tijd? En kunnen we ook terug in de tijd?
In Een korte geschiedenis van de tijd, een geactualiseerde en uitgebreide versie van het zeer succesvolle Het heelal, maakt Stephen Hawking het ontstaan van het heelal voor niet-wetenschappers op een aansprekende manier aanschouwelijk.
Stephen Hawking (1942-2018) was een Brits natuurkundige, kosmoloog en wiskundige. Van 1979 tot 2009 bezette hij de Lucas-leerstoel in Cambridge, een van de meest prestigieuze academische posities ter wereld, als verre opvolger van Isaac Newton. Hij wordt algemeen beschouwd als een van de grootste wetenschappers aller tijden.
‘Hawking streeft naar niet minder dan het volledig beschrijven en begrijpen van het heelal.’
NRC
‘Stephen Hawking, briljante geest in een verlamd lichaam.’
Gerard ’t Hooft, Het Parool
‘Je stelt je voor dat wanneer Einstein een boek voor leken had geschreven, het er zo zou hebben uitgezien.’
Newsday